Gedichten
Continentaal
Vriendelijk woord, een welgemeend gebaar
In stilte zijn ze verdwenen, de wereld in gevaar
Eilanden op het water, torenhoge golven
Rotsvast gelopen, onder de stenen bedolven
Zoeken naar gevoelens, naar een warm onthaal
Een duwtje in de rug, zet de mens opnieuw centraal
Schouderklop en knuffels, leven van gedachtentaal
Vulkanisch
Diep vanbinnen, het hart beweegt, vulkaan ontwaakt
Rollende massa stenen, alles oranjerood gemaakt
In de kern stroomt lava, warmte wordt verspreid
Een stroomversnelling, een pak emoties bevrijd
Zwijgend baant lichaamstaal zich kronkelend door ’t dal
Echo’s verlaten de toppen, op naar de grote sterrenhal
Sputterende geisers, een bron bruisende warm-waterval
Kookles
Twisten, de smakelijkste minuten dampen weg
Wanhopig kauwen, fijngesnipperd overleg
Eenvoud proeven, nieuwe specerijen in gedachten
En als alles overkookt, de bereiding verzachten
Zeef de voedingsrijkste delen, hou het gezond
Eer je ingrediënten, plant ze in vruchtbare grond
Spaar zaden, gooi ze niet zomaar in het rond
Eénheid
Eenheid, gedachten bij elkaar
Efficiënt, je wereld bespreekbaar
Netwerken, leer mensen kennen
Zaken regelen, minder hard rennen
Elkaar steunen, prachtideeën delen
Samen denken, op elkaar inspelen
Kinderjaren
Even wiegen, van de nageboorte genieten
Eten, slapen, drinken, pamper met limieten
Na 7 maanden de wereld inkruipen en voelen
Er tegenaan, niets meer veilig, overal woelen
Netjes wachten tot we de andere kant uit kijken
Doelgericht naar nieuwe kleuren, dingen bereiken
Elke dag verandering, we halen je uit de planten
Ruige, zware jongen met hoofd naar alle kanten
Tussen krokodillentranen en de eerste voetsporen
In de blik van je ogen lijkt weinig je te storen
Grappig, al spreken we nog niet dezelfde taal
Vertellen, meestal komt er geen einde aan je verhaal
In je mondje beginnen witte tandjes te groeien
Joviaal, aantrekkelijk, het leven laten openbloeien
Flirten met vreemde vrouwen en al voelbaar gloeien