Gedichten

Briljant

Tevreden snoezig gezicht, bloedstroming versnelt
Weerspiegeling in ’t water, ineens verschijnt de heldwaterdruppel1
In de vallei draagt vruchtbaar slib z’n vastberaden steentje bij
Nieuwsgierige druppels gluren over de oever naar opzij
T land van de eeuwige glimlach kan niet zo ver meer zijn
Ingepakt, gepassioneerd, verkenning van het terrein
Groene weilanden in bloei, een onvergetelijk vergezicht

Tastbaar landschap, omgeven door ’t essentiële zonlicht
Immens veel vreugde, het drukke leven valt hier stil
Eindeloos genieten, aangename wereld van verschil
Nergens anders zo gelukkig, leven met een roze bril

CVS

Neergestort, vermoeidheid verdringt kwaliteiten
Een wereld vol vragen, zeer weinig bewezen feiten
Geen oorzaak, controlecentrum verliest de moedWeb
Een zeldzaam virus, dat zich met het lichaam voedt
Net voor het zich nestelt, kan je nog de hele wereld aan
Traag maar zeker, bepaalt het iemand z’n bestaan.
Ineens vallen functies uit, het gestel leeggezogen
Een aanval op ’t immuunsysteem, ’t lichaam bedrogen
Niemand kan helpen, verstrengeld in een moeilijk gevecht

Terwijl de tijd voorbij tikt wordt bioritme drooggelegd
Illegale spierpijn, diep in de energieke huid
Een behandeling zonder vitaminen zonder fruit
Noodgedwongen thuis blijven, angstig vooruit.

Puree

Alles is stil, wind fluistert tegen ’t woud
Cipressengeur dampt zachtjes uit arboretumhout
Hoog in de bomen staren curieuze kijkers in ’t rondRee
Talrijk toekijkende ogen, onopvallend vanop de grond
Trippelende tenen kerven littekens in ’t nabijgelegen veld
Instinctief alert, oordeelkundig, onfeilbaar afgesteld.
Elk geluid wordt afgeleverd op het puntje van de snoet
Nieuwsgierig, gewaagd net voor dag z’n licht uit doet.

Twijfelend zenuwachtig maalt gras de vier magen door
In de verte sluipen prooidieren onopvallend in z’n spoor.
Explosief koersen, ’t gebladerte omgewoeld, voelbaar getril
Nog even geritsel in de verte, daarna wordt alles stil…

Spoorloos

Zuchtende mensen, onleesbare gedachten in 2de klas
Een paar ongeopende tassen, ’n rondslingerende jas
Verdacht veel stilte, alleen het kader laat van zich horenTrein
Een stilleven met denkende zielen, voortreizend op sporen
Na elke halte worden plaatsen gewisseld, hij of zij verdwijnt
Tot iedereen het station bereikt, eindbestemming geseind
In de ruiten zie je kijkers nieuwsgierig gluren
Even de krant lezen of in stilte kritiek op de buren
Nergens zijn zoveel onuitgesproken woorden uitgezaaid

Tragische klanken vermoord, geen haan die hier naar kraait
In de gangen liggen bloedende letters, daglicht niet gehaald
Een slagveld vol betekenis, eenzaam achtergelaten, verdwaald
Niemandsland, waar gelukkig ook regelmatig iemand straalt.

Vaart

Zwanger, 2 stralende mensen, een gelukkig paar
Eventjes wachten, want jij bent bijna daar
Straks kom je de thuishaven binnenvaren, over-leven zwangere+vrouw
Trots zijn, naar die zee van mogelijkheden streven
Intense tocht op weg naar land, zachtjes blijven drijven
Eens op ’t wassende water, tussen de golven blijven
Nieuwsgierig dobberend tot je de wal bereikt

Trots aanleggen terwijl opkomende landwind bezwijkt
Iedereen staat op de lange kade te juichen en te tieren
Eindelijk op vaste grond met de juiste reispapieren
Noordenwind vertrekt, ’t wordt warmer in de zijrivieren