Alles is stil, wind fluistert tegen ’t woud
Cipressengeur dampt zachtjes uit arboretumhout
Hoog in de bomen staren curieuze kijkers in ’t rond
Talrijk toekijkende ogen, onopvallend vanop de grond
Trippelende tenen kerven littekens in ’t nabijgelegen veld
Instinctief alert, oordeelkundig, onfeilbaar afgesteld.
Elk geluid wordt afgeleverd op het puntje van de snoet
Nieuwsgierig, gewaagd net voor dag z’n licht uit doet.
Twijfelend zenuwachtig maalt gras de vier magen door
In de verte sluipen prooidieren onopvallend in z’n spoor.
Explosief koersen, ’t gebladerte omgewoeld, voelbaar getril
Nog even geritsel in de verte, daarna wordt alles stil…