Gedichten
Eindeloos
Toen je vertrok, begon ik je meteen te missen
Weg, ver hier vandaan, op naar andere belevenissen
Elke dag druppelt er een traan, de week verstrijkt
Een terugblik op al dat moois dat me heeft verrijkt
Teder zacht, jouw lieve stem in mijn achterhoofd
Ineens bijzonder geworden, je hebt in mij geloofd
Eenzaam word ik nooit meer, ik weet dat jij bij me bent
Nagenoeg woordeloos voel ik dat je me steeds verwent
Nevelachtig
Elegant mistgordijn, onzichtbaar zacht
Even in de wolken, verspreidde overmacht
Netjes over ’t hele landschap uitgestrooid
Tegen boomtoppen pratend, nu aarde ontdooit
In druppels landen op de sompige ondergrond
Elk organisme opent z’n hebberig grote mond
Natuur op z’n best in die mooie ochtendstond
Rijmloze Herfst
Dansende wind fluistert tegen z’n vrienden
Elke dag laat de zon zich wat sneller verslinden
Roodgekleurde horizon zakt langzaam in het land
Treuzelend de bruine aarde in, zachtjes opgebrand
In dit seizoen wordt regen en kou ingeblazen
Groene planten verdwijnen, bloemen belanden in vazen
Naamloze paddenstoelen, vele sporen op de kille grond
Eensgezind alles opgeruimd, in de aardse mond
Gasten vliegen naar het zuiden, naar betere oorden
Excentriek trimester, op weg naar het hoge noorden
Natte dagen, mooie kleuren, poëtische woorden
Speeltijd
Nagenoeg zorgeloos, dat kinderhoofd
Elke dag opnieuw, keimoe en uitgedoofd
Geconcentreerd spelen, boordevol creativiteit
Eindeloos lang, geen benul van de tijd
Nadenken, uitproberen, steeds geïnteresseerd
Evenwicht zoeken, te weinig georganiseerd
Nieuwsgierig, alles kindvriendelijk ontleden
Theaterstukjes, zich in de opperheld verkleden
Werelddelen ontdekken, op zoek naar grenzen
Indrukwekkende afstanden voor zo’n kleine mensen
Nonchalant, overal ligt kleding rondgestrooid
Textiel verstrengeld, de sokken toegeplooid
Ideeën genoeg, menige fantasieën losgemaakt
Glans heldere visie, door menig beelden geraakt
Nietszeggend wordt alles op geconsumeerd
Eenvoud verdwenen, de computer primeert
Geruisloos, zo weinig speelgoed versleten
Eenzaam groot geworden, het contact vergeten
Nerveus tokkelen, door het scherm bezeten
Overloop
Aarde zwerft rond, de wereld draait vierkant
Chaos, nauwelijks nog leiders met verstand
Haast en hebzucht, equipage vergaren
Terrorisme, afbraak, het werk van barbaren
Egoïsme verdeelt het land in kleine stukken
Niemand die zich nog durft uit te drukken
Tegen valavond leven we allemaal in de grijze zone
Weggelopen, verwijderd van al dat doodgewone
Iedereen wil perfectie, z’n angsten overwinnen
Niemand durft die stilte nog te beminnen
Talloze regels en wetten, de boetes gekend
In vakjes gegoten, de staatskas verwend
Gevoelloos geworden voor alle kleine dingen
Niemand die nog omhoog durft te springen
Eerlijkheid kaalgevreten en op de vlucht
Gastvrijheid opgesloten, een luid gezucht
Eenvoud uitgestorven, alles opgehoopt
Niemand die nog vrolijk over ’t straat loopt