Wateroverlast – 14 en 15 juli 2021 Esneux

0
(0)

6 dagen na de ramp.
De beelden zullen voor het hele leven op mijn netvlies gegrift staan
Het artikel wordt af en toe aangepast omdat niet alles van die 2 emotionele dagen meteen uit de pen vloeit

Dag 1
Toen vriend Sven Van Caimere vroeg om mee te gaan helpen in de Ardennen na de wateroverlast van 14-15 juli heb ik geen seconde getwijfeld. Ik wilde eigenlijk al het weekend voordien naar de streek trekken, maar vond niet meteen de gepaste organisatie om mee in de bres te springen. Het Rode Kruis stond immers ver achter met het zenden van vrijwilligers naar het rampgebied en het zou weken duren vooraleer ze mensen voor het harde labeur ter plaatste konden inzetten. Veel te laat mijns inziens. Dan neem je maar beter zelf initiatief. Het was nu dat het moest gebeuren. Gelukkig waren leger en brandweer van over heel het land aanwezig.
De maatpakken van ons beleid waren al lang vertrokken, die komen slechts op blitsbezoek daags na een ramp als persvliegen plaatjes komen maken en enkel oog hebben voor sensatie van het rampgebied. Een goede vriend gaf aan dat een week later alle reddingsacties door datzelfde beleid werden afgeblazen, daarmee help je niemand vooruit. Iedereen heeft ze gezien en na het uur van de waarheid stonden de arme mensen opnieuw alleen op te ruimen in het rampgebied.
Zo’n bittere nasmaak mogen we niet blijven tolereren. Iedereen betaalt belastingen (enfin-bon-soit)

Sven had in Meegeef Mortsel (de groep die ik heb opgericht in 2014) gelezen dat een dame uit Mortsel (Nathalie Helsen) een actie op touw wilde zetten.
Een bericht dat ik zelf een paar dagen voordien had goedgekeurd, maar waarop ik toen niet reageerde omdat het momenteel te moeilijk was om de organisatie van een actie zelf mee op te zetten.
Via facebook zocht ze naar initiatieven ter plaatste en zo kwamen we terecht bij Elodie Borgers uit Esneux
Zij was het contact waar Sven en ik op 21/07 – de Nationale Feestdag naar toe reden Het was ook zij die de plaatselijke acties coördineerde.
Toen we de autostrade in Luik afreden leek alles heel normaal. Het was een mooie zonnige dag. Het deed ons zelfs wat aan vakantie denken.
Pas toen we op 1,2 km van het gebied aankwamen, werd duidelijk hoe erg het hier allemaal was.
Je zag aan de huizen hoe meters hoog het water hier had gestaan. In de bomen hingen niet alleen grote caravans, brokstukken van huizen, kajaks, kleding, opblaasboten,… iemand melde zelfs dat zijn tractor hoog in de takken hing. De kracht van het water moet enorm geweest zijn.
En dan zaten we nog maar in Esneux, een dorp dat tot dan nog nooit in een nieuwsuitzending had gezeten.
Alles maar dan ook alles in de regio in de lager gelegen gedeelten was meters hoog ondergelopen. Op de sporen die werden nagelaten, zie je dat de Ourthe van beide kanten meer dan 300m buiten zijn oevers is gegaan. Een echt oorlogsgebied. Alles was verwoest. De landgedeelten, naast de Ourthe toonde ons een kronkelweg vol vernieling. Modder. Het water was intussen weggetrokken
We reden naar een hoger gelegen deel.

Toen we aankwamen viel meteen op dat alles heel goed georganiseerd was. Vrijwilligers werden heel vriendelijk en goed ontvangen. We maakten kennis met de coördinators en ze lieten ons de werking zien.
2 sporthallen vol, eentje met kleding, zeep, kuismiddelen, speelgoed,… de andere met voeding,…
De inwoners van het getroffen gebied konden hier met al hun vragen terecht.
Na een koffie die we aangeboden kregen in de plaatselijke cafetaria, kregen we ons eerste adres toegewezen. Er werd een papiertje uit een schrift gescheurd waarop de straatnaam en het nummer werden genoteerd.
Elodie gaf nog wel aan dat we best de wagen altijd goed moesten afsluiten omdat er op dit moment heel veel gestolen werd in het rampgebied.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toen we de straat inreden zagen we de ravage langs de weg. Alle inboedel stond te rotten langs de kant. Je kon met moeite passeren op straat.
In het huis waar we moesten zijn waren alle rolluiken naar beneden, dat voorspelde weinig goeds.
Volgens de informatie die we kregen zouden hier 2 mensen wonen, van 85 en 89, mindervaliden. We klopten op de deur, we belden maar niemand kwam opendoen. Later zou blijken dat er geen doorkomen aan was langs de voordeur. We gingen achterom, met zicht op de Ourthe en op een enorme afvalberg. Een stort waar vliegen en maden, ratten en muizen hun gangen gingen. De geur kwam overeen met de sloppenwijk die ik in Thailand bezocht. Onhoudbaar.

Een oude man sleurde zaken naar buiten. We zaten juist. We waren ook de eerste mensen die deze personen zagen. Ze vroegen of we vanuit het dorp werden gestuurd, maar we zeiden dat we uit Antwerpen kwamen. Het leek wel of ze Goden hadden gezien. Tranen, helemaal geëmotioneerd. Het was vermoedelijk de eerste keer na 7 dagen puinruimen dat ze met iemand anders konden praten.
Het was er donker en het rook er naar rottend eten gemengd met rottend hout. Er was nergens nog elektriciteit in het huis en weinig verlichting.
Met de zaklamp in de hand hebben we daar een aantal zware en gevaarlijke zaken afgebroken en naar buiten gesleurd. Het water had in hun living, keuken en badkamer een 3 tal meter hoog gestaan, dat kon je zien aan het behangpapier in de traphal die naar een hoger gelegen verdieping leidde. Door de vochtigheid viel het gewoon van de muur. De elektrische trap die de vrouw nodig had om naar de eerste verdieping te gaan was volledig vernield.
De weinige fotokaders waarop onherkenbare familieleden stonden afgebeeld waren met mist omgeven.
Ze vroegen vriendelijk om hun grootste stukken te verwijderen.
Op een bepaald moment wilde de vrouw toch meehelpen. Ze wilde iets naar boven brengen (terwijl ze heel moeilijk de trap op kon) We hadden nog gezegd dat ze niet mocht gaan, maar ze deed het toch. Ik zag haar na een paar treden achterovervallen, kon er nog net voorspringen voor ze op met het achterhoofd op de natte vloer viel. Ik brak haar val.
Hierdoor heb ik wel mijn schouder geforceerd, de pijn zal nog lang voelbaar blijven, maar zij was gelukkig, ongedeerd.

In de badkamer hebben we kasten afgebroken in het licht van onze GSM. Ik moest wel even glimlachen toen ik de vibrator vond in de eerste schuif die ik opentrok. Hij dreef in het achtergebleven Ourthe water.
De vrouw van 85 zag me met de schuif naar buiten gaan en hield me even op. “deze schuif zal ik zelf wel wat sorteren zei ze 😊 ik glimlachte – zij ook”

Ondertussen was ook de dochter van rond de 65 binnengekomen. Zij woonde wat verderop, en had net hetzelfde voor, ook haar huis stond een 50 tal meter van de oevers van de Ourthe, ook bij haar stond het water meters hoog. Alles in huis was vernield.
Toen de grootste werken gedaan waren kwamen er nog 2 vrijwilligers binnen die het overnamen.
Een (Vlaamse) arts en iemand die foto’s kwam nemen voor de verzekering. Ook de verpleegster kwam langs om te melden dat ze zich voor de eerste keer na 7 dagen konden gaan wassen en vanavond elders konden slapen. Ze werden beide onderzocht. Er werd hen voor de eerste keer een warme maaltijd aangeboden.
Gedurende de dag passeerden er vaak kleine zelfstandigen vermoedelijk van hoger gelegen delen, die sandwiches en andere voeding aanboden aan de bewoners en mensen die de huizen leegmaakten.
Bijna in elk huis zagen we de bewoners fotograferen, zodat ze nog iets hadden dat ze via de verzekering konden recupereren. Toen we hierover mensen aanspraken, gaven deze aan dat sommige makelaars zelfs nog aankoopbonnen durfden vragen. Onbegrijpelijk, wie vindt die nu nog terug nadat het huis 3 meter onderwater stond, laat staan dat je nog iets in je huis terugvindt dat je nog kan gebruiken.
Schrijnende vaststellingen. De meeste mensen hier zullen geen omnium hebben, laat staan een verzekering die dergelijke schade dekt.
Laat ons hopen dat deze slachtoffers niet worden opgelicht en een menselijk deel kunnen recupereren van de verzekering of andere fondsen, want ze hadden al niets en hebben nu nog veel minder.

 

 

 

 

 

 

 

We aten wat pasta en een Luikse wafel in het crisiscentrum en kregen de volgende opdracht.
Een opdracht waar we met 4 mensen werden op afgestuurd maar eigenlijk bijzonder teleurstellend eindigde.
Vooraan in de tuin was alles gesorteerd door de bewoners, ook achteraan zagen we maar een paar spullen liggen. We vroegen ons af waarom de mensen om noodhulp hadden gevraagd. De man en vrouw hadden ons nodig om de paar spullen die niet van hen waren en die de rivier in hun tuin had meegesleurd, te verwijderen.
Het koppel wenste dat wij de spullen van anderen uit hun tuin haalden. Hoe egoïstisch kan je zijn in tijden van crisis ? We zijn daar maximum 10 minuten geweest en hebben tegen deze mensen gezegd dat we dringender zaken te doen hadden.
We zijn dan de paar huizen in de straat afgelopen om te kijken of we daar nog konden helpen, maar het meeste leek onder controle. Enkel het eerste huis in de Rue Roseau kwamen ook mensen net toe. De schade was enorm. Toen we in de tuin gingen zagen we de lijn tot waar het water had gestaan weerspiegelen in de ruit. Ik schat een 3-4 tal meter hoog
Heel de garage zat onder een dikke modderlaag. We zijn daar dan de komende 4 uur blijven verder werken. De garage stond vol met spullen van (mevrouw Anne Drusard – weet niet of de naam correct is), een lerares in avondonderwijs.

 

 

 

 

 

 

 

Ze had haar leerlingen opgetrommeld om te komen helpen. Deze kwamen beetje bij beetje aankloppen aan het huis. Ondertussen waren we met z’n 15. Ook de brandweer van Brussel kwam kijken of ze iets konden betekenen.
Na 2 uur zag de garage er al een stuk ordelijker uit. Het gras stond echter vol. De modder werd buiten geschept en ze werd met water schoongemaakt. Al vlug bleek hoeveel schade hier was. De boiler lag scheef, uit de muur getrokken op de grond. De Ourthe had er zelfs een (dode) vis achtergelaten.
Na de garage begonnen we aan de bovenverdieping. Het huis was een houtstructuur, alles was hier kapot. De foto’s van haar kinderen, haar lesboeken, haar hele hebben en houden. Het moet niet te vatten zijn om op 1 nacht je hele leven te zien wegstromen met het water.
We vermoeden dat het huis zelf zal moeten worden gesloopt. Het parket de houten muren, de bedden, kasten,… alles had Ourthewater opgenomen en zette stilaan uit.
We hebben de voortuin vol gezet met duizenden strips, lesmateriaal, boeken,… alles zwaar aangetast door te water, alles was om weg te gooien, geen letter die nog te lezen was op het zwaar aangetast papier. Ze was verzamelaar van oude fototoestellen, alles kon integraal de vuilbak in.
Werk van 50 jaar dat zomaar op 2 dagen tijd helemaal werd vernield

Tegen 17u30 waren we helemaal kapot. De gastvrouw bood ons wat biertje aan en we praatten samen met haar leerlingen nog na over wie we waren en wat we in ‘t leven deden. Alleen maar positieve zaken, we lachten, we grapten.
Hoe sluit je anders zo’n emotionele dag af, boordevol moeilijk te plaatsen beelden. Je glimlacht, want jij bent er nog.
Toen we afscheid namen en ik haar nog veel moed toewenste, zag ik toch een traan vertrekken, langzaam over haar wang.
Een traan die de hellelange weg van haar toekomst uitstippelde en vermoedelijk nooit meer zal verdampen
Sven en ik reden huiswaarts en konden heel de weg nakaarten over wat we vandaag meemaakten.

Dag 2
We spraken ’s morgens om 8u af bij Nathalie Helsen. Een team van 13 – Nathalie, Mieke, Joke, Ilde Inge, Hilde, Sophie Sven, Saskia, Cil, Stien, Wout en ik – vertrok vanuit Mortsel richting regio Luik.
We spraken opnieuw in Esneux af, aan de school waar het coördinatiecentrum was gevestigd.
Net als gisteren dronken we eerst een goeie straffe koffie en kregen we een papiertje mee met naam en plaats van de opdracht. Voor onze groep (Saskia, Joke, Cil, Hilde en ik) stond er een huis genoteerd dat een 300 tal meter van de rivier af lag. Ook deze straat had het hard te verduren gekregen. De schade op de muren bleef zichtbaar ook al was ze al een paar keer leeggespoten. Op de gevels stond de waterhoogte afgelijnd.
In de omgeving stonden menige pompen te draaien. Elke garage stond open om het vocht de deur te wijzen.
Iedereen was druk in de weer om z’n eigen meubels te redden.
Ik klopte voor de 4de keer met een bonzend hart aan een deur en vroeg me af wat we hier zouden vinden.
Het gelijkvloers van de woning was vrij intact gebleven, vermoedelijk ook al heel dikwijls uitgekuist.

 

 

 

 

 

 

 

De kelder leek hopeloos, toen ik de slijmerige trap afgleed vroeg ik me af hoe een mens hieraan begint. Gelukkig was Joke en Saskia al begonnen en stonden Cil en Inge boven aan te nemen. Vandaar werd het dan door laatst genoemde dames doorgevoerd naar de straat.
Al de glaswollen isolatie was losgekomen en bengelde loodzwaar aan het plafond. De 4 compartimenten van de kelder waren volledig ondergelopen. In alle dozen en potten stonden water. Het gestapeld karton viel uit elkaar bij elke doos die je vastnam.
Gelukkig was een groot deel van het water op de grond al weggetrokken.
Ook hier was geen licht of elektriciteit en moest alles met een zaklamp in de hand naar boven gebracht worden.
We kregen hoofdpijn door de mazoutketel die lekte. Vermoedelijk zorgde dat zootje ook voor de gladde keldervloer. We hoorden ook steeds een gesis in de leidingen, maar bij navraag aan de eigenaar, bleek dat vals alarm te zijn. We zijn hier nooit echt op ons gemak geweest.
Nabij het toilet kon je zien dat de familie ook heel veel schrik had van het coronavirus. Er stonden wel 30 pakken toiletpapier gestockeerd.
Ik dacht bij mezelf hier woont er dus eentje die je uit de Colruyt zag rijden met zo’n bomvolle karren en ik kan u verzekeren: een nat pak WC-papier weegt stukken van mensen.
Na 2,5 uur hard zwoegen (en om de 15 minuten naar wat verse lucht te happen in de tuin) zat onze taak er hier op. Toen we afscheid namen deed de man even zijn mondmasker af. Hij leek op 2 druppels water op Raymond Van Het Groenewoud.
Al die wateroverlast deed me meteen denken aan 2 meisjes op het strand en je veux l’amour. Een gepast moment om afscheid te nemen.
We aten nog een sandwich en trokken opnieuw naar het centrum.

Via Sven kreeg ik te horen dat er nog vrij veel werk was in het huis waar hij naar toe was gegaan. Onderweg kwamen we team Nathalie tegen en ook zei zakten af naar het adres waar af naar het adres waar Sven en Wout bezig waren. Daar leerden we ook Ruben en Lennert uit Evergem en Sylvie en Wim uit Waregem kennen, ook Margaux uit Overijse kwam hier helpen. Zij zal ook later met ons naar het volgende adres afzakken.
De hele tuin werd proper gespoten, alle toestellen werd van modder ontdaan en het weinige dat hier kapot was, werd nagekeken en al dan niet op de schroothoop gegooid.
Net voor we daar vertrokken maakten we nog een leuke groepsfoto.
Wat een geweldig team !

Tegen een uur of 3 was alles klaar en trokken we naar het huis waar we gisteren eindigden.
De lerares had ons beloofd een selectie te maken van al haar spullen. We brachten de afval dan naar de hoofdstraat, 200 m verderop en het gerief dat ze nog wilde houden hebben we binnengezet.
We hadden dit eerder voorgesteld omdat het weerbericht voor ’t weekend ook weer veel regen voorspelde.
Zo gezegd, zo gedaan. De verhuis naar binnen en de berging op straat gingen vrij snel vooruit.
Het werd een klein beetje spannend toen Nathalie (organisator van de reddingsactie) ineens opsprong 😊 door de doos met voeding die ze naar de straatkant wilde brengen. Ze sprong in alle geval hoger dan de muis die zich te goed deed aan de vernielde etensresten.

Iets daarna namen we afscheid. Het was opnieuw een zware dag. Vol emoties en nieuwe indrukken, die er nooit meer uitgeduwd zullen worden.
Vandaag moest ik iets sneller door en reed met Joke, Mieke en inge richting Antwerpen.
Het was geruisloos in de wagen. Iedereen verwerkte de dag op zijn manier.
De stilte had het overwonnen. Het leek wel of niemand nog woorden kon vinden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het diepste van mijn hart hoop ik dat mensen (of je nu Vlaming bent of Waal, wit of zwart, dik of dun,…) elkaar blijven helpen.
Ik hoop tevens dat mensen die het al heel moeilijk hebben onder ons voor 1 keer niet worden vergeten.
Ze hadden niets voor de ramp en hebben nu nog minder.
In een maatpak het rampgebied gaan bekijken, helpt niet om deze mensen te steunen.
Het werkt als een druppel water op een hete plaat.
Mensen hebben hulp nodig, geen lieve politieke woorden dat die hulp eraan komt.

En verder: Doe dringend iets aan het klimaatprobleem en al wat er bij komt kijken, zodat dergelijke rampen kunnen ingedijkt worden.

Geef even je waardering als je wil.

Klik op een ster om te beoordelen!

0 / 5. Stemtelling: 0