Gedichten
Winderig
Tussen hemel en aarde, die onzichtbaar blazende kracht
Waaiend toont hij zijn kunde, verspreidt hij zijn macht
Al voor ons bestaan, zucht hij in een kring om ons heen
Agressief ontluchten, knagend aan steen en been
Luidruchtig joelend, tiran met een wereld vol streken
Favoriet van wolken, van vogels, van bomen en beken
Een vriend van kleine dingen, steeds klaar om te spelen
Eenzaam in de sociale stroming, dagelijks aarde strelen
Noord, Zuid, Oost of West, alles luchtig verdelen.
Reisgenoten
Een reis door ’t leven, met lessen voor ’t heden
Langzaam naar toekomst, verberg je verleden
Fantaseer met beelden, ga naar gegeerde dromen
Ergens onverwachts waar verlangens boven komen
Eens de oppervlakte bereikt, adem je verse lucht
Nieuwe ideeën verhelderen, angsten slaan op de vlucht.
Vrijdag
Teder streelde zijn tong het landschap, als fluisterende wind
Intens genieten van berg en dal, zij voelde zich bemind
Een blik in haar ogen, bedampte spiegel vol passie en genot
Nog even en samen rillingen voelen tot ver in het bot
Ergens ontsprong een nieuwe bron, emotionele stroom
Er baant zich een oneffen pad door haar wildste droom
Neuriënd op de oever, dampend water, wolkjes van stoom
Natuursloop
Nieuw is mooi, excentriek en altijd beter
Etalagetrend, de heimelijkste geldvreter
Gedachteloos, wij maar onbruikbaar kopen
Eigenzinnig denken, de wereld blijven slopen
Natuur is onschuldig aan humane hebzucht
Ellendig hoe we bomen vellen, zoveel giftige lucht
Eerbiedig voor al die kleine, kosteloze dingen
Noodrem trekken en koopzucht bedwingen
Nymfomaan
Aan de hemel gekleefd, dat magische licht
Circulerend, ook nu en dan uit zicht
Holderdebolder dwars door de donkere nacht
Tussen wolken drijven, wat een aantrekkingskracht
Evenwichtig schuiven, eindeloos ronddwalen wereldwijd
Eenzaam daarboven, toch nooit het noorden kwijt
Naakt neerkijken op onze aarde tot het einde der tijd